Heeft uw hond last van traanogen? Hoe kan dit en hoe voorkomen we het?

Onder normale omstandigheden wordt er zowel bij de ogen van een hond als bij die van een mens een dunne traanfilm geproduceerd die dient als smeermiddel en via afvoerkanalen naar de neus stroomt. Als de traanproductie overmatig wordt, is de afvoer ontoereikend en komt er een teveel aan vocht op de snuit van de hond. Onder de binnenste ooghoeken, kan een roodbruine of rossige verkleuring van de vacht voorkomen, vaak gepaard met huidirritatie.

Technisch gezien wordt deze aandoening van traanogen bij honden "epiphora" genoemd, maar een meer informele term zou "roestige tranen" kunnen zijn. De verkleuring wordt veroorzaakt door pigmenten (porfyrines) die in de tranen voorkomen en op de vacht worden afgezet. Dit fenomeen is vooral zichtbaar bij honden met een witte vacht, hoewel alle honden hierdoor getroffen kunnen worden.

Overmatige traanproductie bij honden is een veelvoorkomend verschijnsel, zowel bij pups als volwassenen, maar wanneer moeten we ons echt zorgen maken? Het is zeker een goed idee om uw hond naar de dierenarts te brengen voor een controle, omdat deze professional de situatie kan beoordelen op basis van de informatie van de eigenaar en een klinisch onderzoek. Zo kan de dierenarts je het beste helpen bij het vinden van de meest geschikte oplossing.

Overmatig tranen bij honden is een symptoom, geen specifieke ziekte, en kan daarom geassocieerd worden met verschillende variabelen.

Oorzaken traanogen bij honden

De oorzaken kunnen divers zijn, maar als voorbeeld kunnen ze worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën:

1. Problemen met betrekking tot de traanwegen en het oog:

• Vernauwde traankanalen (vaak gezien bij het ras Poedel)
• Uitpuilende ogen (vaak gezien bij het ras Engelse Bulldog)
• Infecties (bijvoorbeeld door bacteriën of virussen)
• Trauma's (bijvoorbeeld stoten of krassen)
• Wimperafwijkingen (bijvoorbeeld als ze naar het oog groeien)
• Vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld een graszaad)
• Afwijkingen aan het ooglid (bijvoorbeeld als het naar buiten is gedraaid)
• Aandoeningen van de traanklier (bijvoorbeeld prolapseren, ook wel "kersenoog" genoemd)
• Glaucoom (abnormale verhoging van de oogdruk)
• Tumoren

2. Problemen die niet gerelateerd zijn aan de traanwegen en het oog:

• Problemen die niet gerelateerd zijn aan de traanwegen en het oog:
• Allergieën (zowel omgevingsallergieën als voedselallergieën)
• Maagdarmproblemen
• Onevenwichtige voeding

Allergische reacties bij huisdieren, net als bij mensen, komen steeds vaker voor. Allergieën kunnen worden veroorzaakt door omgevingsallergenen zoals pollen, stof, bepaalde schoonmaakmiddelen en sierplanten, of door voedselallergenen zoals de eiwitbronnen die vaak aan huisdieren worden gegeven. Het voorkomen van deze allergische reacties is mogelijk door te proberen het contact van het dier met allergenen te vermijden. Bijvoorbeeld, in het geval van pollenallergieën is het nodig om de hond niet mee te nemen naar groene gebieden waar de allergie zich manifesteert, althans niet tijdens het seizoen waarin deze reactie wordt waargenomen.

Ook reacties op voedsel komen steeds vaker voor bij honden. Dieren worden niet geboren met allergieën of intoleranties, maar kunnen er genetisch vatbaar voor worden als ze vaak worden blootgesteld aan de eiwitbronnen die hun spijsverteringssysteem regelmatig tegenkomt. De eiwitten die het meest worden geassocieerd met allergische reacties zijn die van kip en rundvlees, die toevallig ook het meest worden gebruikt in hondenvoer. Eiwitten kunnen echter niet alleen van dierlijke oorsprong zijn, maar ook van plantaardige of graanbronnen, vandaar dat het nuttig kan zijn om nieuwe dierlijke eiwitbronnen te combineren met alternatieve koolhydraatbronnen.

In het geval van overmatig tranen met oranje verkleuring spelen ook essentiële aminozuren zoals fenylalanine en tyrosine, die via voeding worden ingenomen, een sleutelrol. Dit type traanvocht, rijk aan afvalstoffen van het proteïnemetabolisme, wordt veroorzaakt door een voeding met een hoog gehalte aan tyrosine en fenylalanine. Het is daarom nodig om eerst en vooral de voeding aan te passen door voedingsmiddelen te kiezen die grotendeels gebaseerd zijn op vis, zoals haring, ansjovis, forel, sardines en kabeljauw, omdat deze minder van deze essentiële aminozuren bevatten.